Fragment

Mysterie verdwenen Heinekenmiljoenen lijkt opgelost

  1. Fragmentenchevron right
  2. Mysterie verdwenen Heinekenmiljoenen lijkt opgelost

Het is een van de grootste raadsels uit de misdaadgeschiedenis: wat is er gebeurd met de verdwenen miljoenen losgeld die zijn betaald na de ontvoering van biermagnaat Freddy Heineken in 1983? 

Van de 35 miljoen gulden, is circa 8 miljoen nooit terug gevonden. Dat raadsel lijkt nu opgelost: volgens de zussen is het inmiddels witgewassen, geïnvesteerd in hoerenpanden in Alkmaar en een bordeel en gokhallen in Amsterdam. Zus Astrid: “Daardoor is het losgeld in feite van hen, de ontvoerders, geworden.”

Lees hier een uitgebreide reconstructie over het verloren Heinekenlosgeld. 

EenVandaag kreeg exclusief inzage in zeer recente verklaringen van Sonja en Astrid Holleeder. De zussen vertellen nu voor het eerst gedetailleerd wat er met het verdwenen losgeld is gebeurd. Het bevestigt de vermoedens die justitie al veel langer heeft, maar waar ze nooit de vinger achter kregen.

Witwassen

Heinekenontvoerder Willem Holleeder en zijn criminele kompanen hebben altijd beweerd dat het geld zou zijn verbrand. Maar de zussen vertellen nu dat het verdwenen losgeld via een stroman, Robbie Grifhorst, is geïnvesteerd in goed renderende hoerenkasten en gokhallen. Hiermee is de basis gelegd voor het latere criminele imperium van de ontvoerders, naast Holleeder ook topcrimineel Cor van Hout.

Volgens de zussen lag het geld verstopt in een bos bij Parijs. Jeugdvriend en zakenman Robbie Grifhorst heeft het geld voor de ontvoerders geïnvesteerd in Amsterdam en Alkmaar.  Zo worden de verdwenen miljoenen witgewassen. Astrid  Holleeder zegt hierover:

“Robbie wist natuurlijk dat het geld dat was geïnvesteerd afkomstig was van het losgeld van Cor en Willem. Maar dat heeft ie nooit verklaard (…) Robbie Grifhorst was de eerste aandeelhouder. Die zat achter de rechtspersonen. De Achterdam (raambordelen Alkmaar) en de wallen stonden op naam van Robbie.”

Achterdam

Midden jaren negentig verdelen de Heinekenontvoerders Van Hout en Holleeder het vastgoed na een hoogoplopende ruzie. Van Hout krijgt de Achterdam en Holleeder de gokhallen en een bordeel in Amsterdam. Als Van Hout in 2003 wordt vermoord, staat Willem Holleeder een paar uur later op de stoep bij zijn zus, de kersverse weduwe van Cor, Sonja. Zij zegt daarover:

“Die avond wilde hij dat ik met hem naar buiten ging en vroeg hij mij waar de aandelen van de Achterdam waren. U moet weten dat ik die aandelen op dat moment in mijn bezit had, maar dat heb ik niet tegen mijn broer gezegd. In 2002 had Cor mij de aandelen van de Achterdam gegeven, aandelen aan toonder. Ik heb die aandelen bewaard bij mijn moeder in de berging, die wist daar niet van.”

Pikant is dat Sonja Holleeder hier verklaart dat de Achterdam na de dood van Cor van Hout haar bezit is geworden, terwijl ze weet dat ze zijn aangekocht met Heinekenlosgeld. Maar Sonja verzwijgt haar bezit tegen justitie.  Ze wil wel van de aandelen af, maar gunt ze niet aan haar broer, die ze verdenkt van de moord op haar man. Uiteindelijk verkoopt ze de aandelen in het geniep aan Robbie Grifhorst. Sonja zegt daarover:

“Ik heb de Achterdam verkocht aan Robbie voor 700 duizend euro en 40 kilo goud ter waarde van 400 duizend euro. De 7 ton heeft Robbie mij contant betaald.”

In EenVandaag analyseren we de verklaringen van Sonja en Astrid Holleeder met Harry Lensink, specialist criminele witwas-constructies en mede-auteur van ‘De jacht op crimineel geld’.