Fragment

Gentechnologie: een genegeerde revolutie

  1. Fragmentenchevron right
  2. Gentechnologie: een genegeerde revolutie

Via de revolutionaire techniek CRISPR/CAS kunnen we heel precies knutselen met ons DNA. Maar hoe ver mogen we hier mee gaan? Volgens professor Rob Zwijnenberg is het hoog tijd dat die discussie gevoerd wordt. “De politiek is hier nauwelijks mee bezig."

Dankzij gentechnologie is het straks mogelijk om bepaalde erfelijke ziekten, maar ook minder gewenste eigenschappen uit ons leven te halen. "Is blindheid een ziekte die je eruit wilt hebben, of niet?” Los van het antwoord op die vraag is het volgens Zwijnenberg belangrijk dat men de gevolgen van geknutsel met DNA bespreekt. “Er wordt veel te weinig over gesproken.”

CRISPR/CAS

De revolutionaire techniek CRISP/CAS houdt in dat we heel precies bepaalde genen uit ons dna kunnen knippen. Deze methode komt uit bepaalde bacteriën die zo virussen bestrijden. Door het trucje van deze bacteriën na te bootsen kun je stukken DNA heel precies veranderen. Zo kun je bijvoorbeeld het gen dat een erfelijke afwijking veroorzaakt uit het DNA knippen van een embryo, de afwijking komt dan niet meer voor.

Ook kun je het afweersysteem van mensen aanpassen. Dat zou kunnen helpen in de strijd tegen kanker. Nu is het namelijk zo dat de kankercellen ons afweer voor de gek houden, waardoor de tumor niet wordt aangevallen. Met CRISPR/CAS zou je het dna van ons afweersysteem zo kunnen manipuleren dat het niet meer door de knakercellen om de tuin wordt geleid. Tumoren krijgen dan geen kans meer om te groeien.

Complex

Gentechnologie is een onderwerp waar Kamerleden, op één Eerste-Kamerlid na, zich nauwelijks mee bezig houden. Het probleem is volgens Zwijnenberg dat het onderwerp te complex is. Ook biotechnologen vinden dat we de ethische consequenties moeten overdenken. Maar zij hebben al gauw de neiging om het debat te monopoliseren: het is zo complex, je moet er eerst wat van weten voor je er wat over kan zeggen.”

Het is typerend voor biotechnologen, denkt Zwijnenberg. "Ze zijn erg bezig met de ethische kwesties. Terwijl de onderliggende vraag is: wat willen we dat de toekomst is van mensen en hoe moet biotechnologie daar een onderdeel van worden? Dat is in wezen een democratische vraag.”

Kunst

Bij het beantwoorden van die vraag moeten zoveel mogelijk stemmen aanwezig zijn, vindt Zwijnenberg. Een gebied dat veel kan bijdragen aan onze bewustwording van de consequenties van gentechnologie is volgens Zwijnenberg de kunst. Hij bestudeert hoe kunst ons hierover laat nadenken. Zo plaatste de kunstenaar Eduardo Kac tien jaar geleden het gen dat een kwal doet fluoresceren in een konijnenembryo. Het gevolg: een lichtgevend konijn. “Dat zorgt voor discussie."

Door de mogelijkheden van gentechnologie hebben we een ambigue probleem, zegt Zwijnenberg. "We willen allemaal dat kanker verdwijnt. Maar wat is de ethische prijs daarvoor? Kunstenaars als Kas zijn even extreem bezig als biotechnologen zelf, en zij kunnen de ambiguïteit en complexiteit van dit soort onderwerpen goed weergeven."