Fragment

Pensioen: een afgekloven klokhuis

  1. Fragmentenchevron right
  2. Pensioen: een afgekloven klokhuis

Wie denkt dat er na een leven lang een werken een riant pensioen overblijft heeft het mis. Iedereen onder de vijftig kan in plaats van een sappige appel voor de dorst een afgekloven klokhuis verwachten. Dat zegt dr. Martin Pikaart, voorzitter van Alternatief Voor Vakbond (AVV).

"We hebben inderdaad het beste pensioenstelsel ter wereld, maar met name voor de mensen die nu met pensioen zijn. Het grote probleem is dat jongere generaties veel en veel minder krijgen", zegt Pikaart. "Helaas is er niemand die de ballen heeft om te zeggen: mensen, dit gaat hem niet meer worden."

Belofte maakt schuld

Het probleem met het Nederlandse stelsel is dat het drijft op een belofte. Er is de werknemer altijd een toezegging gedaan door de fondsen, in harde bedragen. Maar mensen leven steeds langer en krijgen dus ook steeds langer pensioen.

Je kunt die belofte wel uit blijven keren, maar dan blijft er niet genoeg over om ook de jongere generaties van een goed pensioen te voorzien, stelt Pikaart.

In de wet is een goed pensioen (inclusief AOW) nog altijd beschreven als zeventig procent van het gemiddelde salaris. Daarbij moet het een geïndexeerd pensioen zijn. Dat betekent dat het bedrag jaarlijks wordt gecompenseerd voor de inflatie, zodat de beloofde euro als hij wordt uitgekeerd inderdaad een euro waard is.

Die belofte is al lang niet meer vol te houden. "Nu wordt mensen die beginnen met werken al een belofte gedaan die pas ingaat op het moment dat je, rond je zeventigste, met pensioen gaat en die doorloopt tot je overlijdt als je 110 bent. Dat is veel te vroeg", zegt Pikaart. Hij verwacht dan ook niet dat er genoeg in de pot zal zitten zodat alle generaties uitkomen op de zeventig procent van het gemiddelde salaris.

AOW en aanvulling

Die zeventig procent bestaat voor een deel uit de AOW. Dat is de uitkering van de overheid die voor iedereen gelijk is. Daar bovenop komt dus de aanvulling van het werkgeverspensioen waar veel Nederlanders verplicht voor sparen via hun salaris.

De fondsen die dat werkgeverspensioen beheren, keren nu te veel uit, volgens Pikaart. Het is lastig te zeggen wanneer de pot echt leeg is, omdat dat afhankelijk is van bij welk fonds je zit en hoe je carrière zich heeft ontwikkeld. "Maar je kan er wel vanuit gaat dat iedereen na de babyboomgeneratie het veel minder goed gaat krijgen dan de voorgaande generatie."

Hoe dan wel?

Volgens Pikaart moeten we naar een stelsel toe waarbij iedereen zijn eigen pensioenpotje heeft. Dat kun je ook verplicht stellen, en je kunt zelfs collectief beleggen en sommige risico’s delen. "Maar dan is in ieder geval duidelijk dat jouw premie wordt gebruikt voor jouw pensioen, en niet om de oude dag van een andere generatie te spekken", zegt Pikaart.