Het bestaansrecht van het Aidsfonds

Een relevante vraag in een week dat het fonds volop campagne voert en Amsterdam in het teken staat van de bestrijding van deze ziekte: hoeveel bestaansrecht heeft het nog? In Nederland sterven jaarlijks zo'n veertig mensen aan de gevolgen van aids en er komen een paar honderd gevallen van HIV-besmetting bij. Hoe erg ook, het is niet te vergelijken tot de vele mensen die overlijden aan bijvoorbeeld kanker of een leverziekte. 

Nederlanders doneren jaarlijks miljoenen euro’s om erge ziekten de wereld uit te helpen. Denk aan het succes van het Aidsfonds, nu de Aids 2018 Conference net het land weer heeft verlaten. Liefdadig hoor, maar schenken wij wel op rationele gronden? De verdeling lijkt krom: door media en marketing krijgen sommige ziekten met een laag dodenaantal veel donaties, terwijl echte boosdoeners met veel dodelijke slachtoffers in verhouding veel minder ontvangen. 

Logisch

Waarom heft het Aidsfonds zichzelf niet op, wil dr Kelder weten. "Dat doen succesvolle goede doelen niet zo snel", zegt professor René Bekkers, hoogleraar Filantropie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. "Het is één van de ziektes die we met z'n allen hebben verslaan. En dat is goed nieuws. Dat succes moet je ook vieren en het is logisch dat het Aidsfonds dan ook denkt: waar kunnen we onze missie nog verbreden?" Want wereldwijd is het probleem van deze ziekte immers nog lang niet voorbij.
Naast het verbreden van de missie zijn er volgens Bekkers nog meer redenen waarom het Aidsfonds nog steeds succesvol is. "Als je kijkt wie dit goede doel sponsort, dan is dat een vermogende groep. De homo's hebben meer te besteden dan hetero-gezinnen, over het algemeen, hebben minder vaak kinderen en zijn veelal hoog opgeleid. Dat heeft er allemaal me te maken dat het Aidsfonds nog steeds zo succesvol is." Want geven vooral homo's aan het Aidsfonds? "Dat zou ik hier in Nederland niet weten, maar ik ga er wel vanuit. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat namelijk wel, dat vooral homo's doneren aan dit soort fondsen."