Cultuur & Media
KRO-NCRV

Hoeveel fout heb jij? Lees hier de nakijkinstructie Groot Dictee der Nederlandse Taal

foto: Danielle van Coevorden (Studio Kastermans)foto: Danielle van Coevorden (Studio Kastermans)
  1. Nieuwschevron right
  2. Hoeveel fout heb jij? Lees hier de nakijkinstructie Groot Dictee der Nederlandse Taal

Heb jij meegeschreven met het Groot Dictee? Tijd om na te kijken! Lees hieronder de nakijkinstructie, geschreven door Genootschap Onze Taal.

  • Zijn er in een woord meerdere fouten gemaakt, dan rekenen we voor zo’n woord maximaal twee fouten. Dat geldt ook voor lange woorden als Zuidoost-Noord-Brabants en huisje-boompje-beestje-ideaal.
  • Bij combinaties van twee of drie duidelijk bij elkaar horende woorden geldt dat maximum van twee fouten voor die hele woordgroep. Dat geldt bijv. voor rood- en zwartbont en op z’n janboerenfluitjes.
  • Twijfelgevallen zijn ter beoordeling van de jury.
  • In de zinnen op de volgende pagina zijn de valkuilen met rood aangegeven. Maar uiteraard worden ook fouten in andere woorden meegeteld.

De deelnemers hebben als instructies gekregen:

  • Bij de beoordeling geldt de laatste editie van Het Groene Boekje als spellingnorm, inclusief de online-editie: www.woordenlijst.org. Komt een dicteewoord daarin niet voor, dan geldt de spelling van het woord zoals die is vastgelegd in de Grote Van Dale van 2015.
  • Een koppelteken mag alleen worden geschreven als het desbetreffende woord met een koppelteken in bovengenoemde naslagwerken staat, dan wel als een koppelteken op grond van de spellingregels verplicht is. Zogeheten facultatieve streepjes (bijv. computer-virus in plaats van computervirus) worden fout gerekend.
  • Aan het einde van een regel mogen geen woorden worden afgebroken.
  • Alle cijfers en getallen die in de tekst van het dictee voorkomen, moeten voluit worden geschreven, in woorden, en dus niet in cijfers. (De nummers van de dicteezinnen vallen buiten de tekst.)
  • Er mogen geen afkortingen worden gebruikt. Dus stel dat er ergens ‘dat wil zeggen’ in de tekst staat, dan moet u dat voluit schrijven en niet als ‘d.w.z.’
  • Leestekens worden wel voorgelezen en dienen ook opgeschreven te worden, maar tellen niet mee in de beoordeling. (Koppeltekens en apostrofs wél, want die horen bij de spelling van een woord.)
  • Schrijf duidelijk; bij voorkeur in blokletters. Zorg ook dat de woorden dusdanig worden geschreven dat er geen misverstand bestaat over de vraag of er een spatie tussen staat of niet.

ZIN 1

‘Het móét me van het hart: we worden beschimpt en geschandaliseerd, terwijl we nota bene ’s lands belangrijkste maaltijdbezorgers zijn’, zei een boer uit een Zuidoost-Noord-Brabants dorp geagiteerd tegen me.

  • móét: als een lettergreep met twee klinkers nadruk krijgt, krijgen beide klinkers een nadrukteken (accent aigu)
  • we: na de dubbele punt komt een kleine letter
  • beschimpt: komt van beschimpen, met een p; het is een voltooid deelwoord en krijgt een slot-t vanwege die p aan het eind van de stam
  • geschandaliseerd: bevat schandaal, maar dan met één a na de d; het achtervoegsel -iseren bevat een s; het is een voltooid deelwoord en krijgt vanwege de r een slot-d
  • nota bene: twee woorden, net als in het Latijn, de taal van herkomst
  • ’s lands: apostrof voor de eerste s en na die s een spatie (geen streepje): het is een verkorting van des lands (= ‘van het land’), en om aan te geven dat de is weggelaten, komt er een apostrof voor de s
  • maaltijdbezorgers: één woord: het is een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden
  • Zuidoost-Noord-Brabants: drie hoofdletters en twee streepjes: Noord-Brabant bevat zelf al een streepje en behoudt dat in afleidingen (zoals Noord-Brabants); windrichtingen die aan een aardrijkskundige naam worden gekoppeld, zoals hier zuidoost, krijgen in zo’n geval ook een hoofdletter en een verbindingsstreepje (zuidoost zelf is één woord)
  • geagiteerd: geen trema, één g, slot-d (betekent ‘opgewonden, druk’)

ZIN 2

‘Daarenboven hebben we een kolossale bijdrage geleverd aan het Nederlandse vocabulaire’, brieste hij voort.

  • daarenboven: één woord: eerst daar met twee a’s, dan en (niet in of iets anders) en dan boven; dit woord is ooit ontstaan uit een combinatie van daar en het middeleeuwse enboven (‘van boven’); betekent ‘bovendien’
  • kolossale: met één l tussen de o’s en twee s’en
  • vocabulaire: Frans leenwoord, eindigend op -aire
  • brieste: met één t; de verleden tijd is met -te na de s, omdat de infinitief briesen is en de s in ’t kofschip zit

ZIN 3

Inderdaad zijn duizend-en-een woorden dankzij de boerenstand in de Nederlandse taal terechtgekomen, bijvoorbeeld: tractor, boerenperziken, gewasbesproeiing, vollegrondteelt, rood- en zwartbont en mond-en-klauwzeer.

  • duizend-en-een: met verbindingsstreepjes en zonder nadruktekens, omdat het hier de figuurlijke betekenis ‘heel veel’ heeft; in de letterlijke betekenis ‘1001’ schrijf je het als duizend en één
  • dankzij: één woord in de betekenis ‘met dank aan’
  • Nederlandse: met hoofdletter; let op dat ze de d voor de s niet vergeten
  • terechtgekomen: één woord
  • bijvoorbeeld: is al enige tijd geleden officieel vastgelegd als één woord
  • tractor: met een c (en met kleine letter, vanwege de dubbele punt)
  • boerenperziken: met één k: als na de onbeklemtoonde combinatie -ik aan het eind van een woord -en volgt, wordt de k niet verdubbeld
  • gewasbesproeiing: één woord; let op de dubbele i in besproeiing (want het is de stam besproei en het achtervoegsel -ing); er komt in afleidingen geen trema op de tweede i
  • vollegrondteelt: helemaal één woord, want het is een samenstelling van de woordgroep volle grond en teelt: een woordgroep met een duidelijk kernwoord (hier grond) verliest zijn spatie binnen een samenstelling
  • rood- en zwartbont: met een streepje na rood: het is duidelijk bedoeld als samentrekking van roodbont en zwartbont (dat zijn zulke vaste combinaties dat ze één woord zijn geworden); daar waar een déél van een woord is weggelaten (namelijk bont) komt een streepje: rood-
  • mond-en-klauwzeer: één woord, met een streepje voor én na en; het is geen samentrekking van mondzeer en klauwzeer, maar één begrip dat in zijn geheel een ziekte aanduidt: een bepaald ‘zeer’ aan ‘mond’ en ‘klauw’

ZIN 4

Daarbovenop heb je tientallen boerenzegswijzen, waaronder ‘op z’n janboerenfluitjes’ in de betekenis ‘langzaamaan, rustig aan’, en ‘de boer zijn hemd’ voor het vel op gekookte melk, dat sommige warmemelkdrinkers zo fraai over de balustrade van hun melkmok weten te draperen.

  • daarbovenop: één woord: combinaties van er, daar, hier of waar en één of twee voorzetsels worden aan elkaar geschreven zolang die voorzetsels (of het laatste voorzetsel) nergens anders bij horen (hoort)
  • tientallen: met een n aan het eind
  • boerenzegswijzen: één woord, met een n na boeren
  • waaronder: één woord – vergelijk daarbovenop eerder in deze zin
  • op z’n janboerenfluitjes: betekent zoveel als ‘slordig’, ‘simpel, makkelijk’ of ‘zonder veel gedoe’ (de herkomst is niet duidelijk); janboerenfluitjes is helemaal aan elkaar en met kleine letter, op en z’n zijn losse woorden; volgens Groene Boekje en Van Dale is het met z’n en niet met zijn
  • langzaamaan: één woord (het is door de jaren heen aan elkaar gegroeid)
  • rustig aan: twee woorden (door de jaren heen níét aan elkaar gegroeid)
  • warmemelkdrinkers: één woord; net zo’n geval als vollegrondteelt in zin 3

ZIN 5

Velen wijzen heden ten dage naar de boeren als degenen door wie de biodiversiteit teloorgaat en ook als de ultieme stankverspreiders, terwijl er geen punt wordt gemaakt van dreumesen die ongegeneerd hun wegwerpluiers volpoepen, noch van notoire schetenlaters en evenmin van goedgekapte jongeren en bejaarden met hun verstikkende eau-de-colognegeur.

  • velen: krijgt een slot-n, omdat het ‘veel mensen’ betekent
  • heden ten dage: drie woorden; bevat twee oude naamvallen: ten mét n (van te + den, een vorm van de) en dage zónder n (een vorm van dag)
  • degenen: met slot-n, omdat het naar meerdere mensen verwijst
  • biodiversiteit: één woord
  • teloorgaat: één woord; oorspronkelijk te loor gaan, maar is in de loop der tijd aaneengegroeid tot één werkwoord
  • ultieme: met ie
  • stankverspreiders: één woord; let op de korte ei
  • wordt: derde persoon enkelvoud, dus met t na de stam word
  • dreumesen: woorden die op de onbeklemtoonde lettercombinatie -es eindigen, krijgen geen verdubbeling van de s als daar -en achter komt
  • ongegeneerd: met twee keer ge achter elkaar; geen accent op de e
  • wegwerpluiers: één woord
  • volpoepen: één woord; combinaties van vol en een werkwoord worden aan elkaar geschreven als het vol-zijn het ‘gevolg’ is van het werkwoord
  • notoire: let op de oi; ondanks de Franse herkomst van dit woord wordt het bij voorkeur op z’n Nederlands uitgesproken (als ‘notore’ dus)
  • schetenlaters: één woord
  • goedgekapte: één woord; combinaties à la goedgevormd, goedgebouwd, goedgevuld en goedgekapt staan als één woord in de naslagwerken
  • eau-de-colognegeur: de Franse woordgroep eau de cologne krijgt normaal gesproken spaties, maar als zo’n woordgroep deel uitmaakt van een samenstelling, komen er streepjes tussen de anderstalige delen

ZIN 6

Het is wrang dat een beroepsgroep die dagelijks tafeltje-dek-je mogelijk maakt zo verguisd wordt, terwijl we allemaal tijdenlang boer zijn geweest toen we van jagers-verzamelaars evolueerden in landbouwers met een huisje-boompje-beestje-ideaal.

  • wrang: met een w (die ongeveer als ‘v’ wordt uitgesproken)
  • tafeltje-dek-je: kleine letters en twee streepjes; het is een zogeheten samenkoppeling: een als woordgroep ontstane combinatie, die zozeer een vast geheel is gaan vormen – doorgaans als zelfstandig naamwoord – dat ze als één woord wordt beschouwd, maar dan wel met streepjes
  • verguisd: met een d; het is het voltooid deelwoord van verguizen, want het gaat om een passieve/lijdende constructie (met wordt); vanwege de z in verguizen komt er een d in verleden tijd en voltooid deelwoord
  • wordt: derde persoon enkelvoud, dus met t na de stam word
  • tijdenlang: is door de jaren heen aaneengegroeid, net als bijv. jarenlang
  • jagers-verzamelaars: met een streepje: het duidt op mensen die én jager én verzamelaar (tegelijk) zijn/waren, en dat soort woorden krijgen een streepje; het meervoud mag zowel jager-verzamelaars als jagers-verzamelaars zijn, maar als het goed is heeft de voorlezer het met de beide s’en uitgesproken en dan telt alleen jagers-verzamelaars als juist
  • evolueerden: geen trema; op een e na een u hoeft nooit een trema
  • huisje-boompje-beestje-ideaal: drie streepjes: huisje-boompje-beestje is een vaste combinatie; het derde streepje vanwege de ‘botsende’ e en i

ZIN 7

Anderzijds valt niet te loochenen dat anno nu vooral de intensieve veehouderij, al dan niet in de vorm van bio-industrie, het milieu schade berokkent.

  • anderzijds: anders dan anderszins bevat anderzijds geen s in het midden
  • loochenen: met dubbel o en dan ch
  • anno nu: twee losse woorden (enigszins informele uitdrukking met de betekenis ‘tegenwoordig, heden ten dage’)
  • intensieve: met een s (geen t of z) en een v voor de slot-e
  • veehouderij: één woord; lange ij aan het slot
  • al dan niet: drie losse woorden
  • bio-industrie: één woord, met een streepje vanwege de ‘botsende’ o en i
  • milieu en schade worden hier (anders dan in zin 9) als twee woorden geschreven, omdat schade bij berokkent hoort
  • berokkent: met een t, omdat het tegenwoordige tijd is

ZIN 8

Maar toch: hoedt u zich voor al te veel gejeremieer over boeren.

  • hoedt u zich: bij wederkerende werkwoorden, zoals zich hoeden, schrijf je – wanneer je iemand met u aanspreekt – de ‘echte’ gebiedende wijs zonder t en zonder zich, en de hier gebruikte ‘beleefde’ gebiedende wijs met een t en met zich (vergelijk wapen u en wapent u zich); N.B. let op de kleine letter na de dubbele punt; ook u is met kleine letter
  • te veel: twee woorden, omdat te hier een versterking is van veel (vergelijk te weinig, te groot e.d.); alleen als zelfstandig naamwoord wordt teveel aaneengeschreven: een teveel = ‘een overschot’
  • gejeremieer: de eerste drie lettergrepen bevatten elk één e; in het deel mieer komt geen trema, omdat er in een combinatie van drie of meer opeenvolgende klinkers nooit een trema komt direct na een i; het woord jeremiëren (‘jammeren, klagen’) is overigens afgeleid van de naam van de profeet Jeremia, die zich beklaagde over de misstanden in zijn tijd

ZIN 9

Wij allen zorgen voor milieuschade, als carnivoor, automobilist, motorrijder, vliegende globetrotter, afsteker van vuurwerk op oudjaarsavond en in de nieuwjaarsnacht, enzovoort.

  • allen: met slot-n, omdat het ‘allemaal’ betekent en op personen slaat
  • milieuschade: een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden en daarom één woord (dus een ander geval dan milieu schade in zin 7)
  • carnivoor: met een c aan het begin
  • motorrijder: één woord; twee keer een o; dubbele r; lange ij
  • globetrotter: één woord, geen tussen-n
  • oudjaarsavond: met kleine letter, omdat het geen ‘officiële’ feestdag is
  • nieuwjaarsnacht: idem
  • enzovoort: is door de jaren heen aan elkaar gegroeid

ZIN 10

Om de milieuproblemen het hoofd te bieden, moeten we gezamenlijk onze verantwoordelijkheid nemen en vooral één ding doen: ons boerenverstand gebruiken.

  • milieuproblemen: één woord
  • gezamenlijk: let op de n, net als in samen of tezamen; het is niet gezamelijk
  • één: met twee accenten omdat het hier nadruk krijgt
  • ons: met kleine letter, vanwege de dubbele punt
Ster advertentie
Ster advertentie