Wetenschap & Techniek

Waarom je van een 4.000 meter hoge berg wil springen in een vleermuispak

foto: NPO Radio 1foto: NPO Radio 1
  1. Nieuwschevron right
  2. Waarom je van een 4.000 meter hoge berg wil springen in een vleermuispak

[NTR] Het filmpje ging viral deze week: twee wingsuitvliegers sprongen van een vierduizend meter hoge bergtop in de Alpen, om na een vlucht boven onbarmhartige rotsen en besneeuwde berghellingen te landen - in een langs vliegend vliegtuig. Onverantwoorde waaghalzen of niet? Een wetenschapper deed onderzoek naar dit soort waaghalzen en komt met een opmerkelijke conclusie.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Wat bezielt die gasten?

Leuk dat je het vraagt, zou Eric Brymer zeggen.

Brymer is psycholoog bij de Leeds Beckett University, en gespecialiseerd in extreme sporters. Hij bestrijdt het idee dat dat allemaal ‘sensatiezoekende, roekeloze, zelfdestructieve, pathologische waaghalzen’ zijn.

Onderzoek naar de motivatie en de ervaring van extreme sporters als vrijklimmers, big wave surfers en BASEjumpers, aldus Brymer, laat zien dat de meesten geen waaghalzen zijn, maar juist risicodeskundigen. Dat adrenaline niet hun doel, maar vaak juist hun vijand is. En: dat ze geen doodswens hebben, maar dat hun sport juist ‘life enhancing’ is.

Rakelings langs de boomtoppen

Deze week werd Brymers onderzoek naar proximity wingsuit-vliegers gepubliceerd. Proximity wingsuitvliegen is een nieuwe variant van het toch al spectaculaire wingsuitvliegen, waarbij de vlieger rakelings langs bergwanden of over boomtoppen scheert.

Brymer interviewde zes anonieme ervaren vliegers over hun ervaringen. Uit hun verhalen destilleerde hij een aantal belangrijke, terugkerende thema’s.

Ken uzelve

Ten eerste: zelfanalyse. Alle piloten benadrukten dat ze zichzelf telkens opnieuw de vraag stellen: waarom doe ik dit? Zeker in een periode waarin veel dodelijke ongelukken gebeuren, vragen ze zichzelf: waarom is dit het risico waard?

Het is niet de prestatie zelf, vertelden ze Brymer. Wie gefocust raakt op een (externe) prestatie, in plaats van op zijn of haar innerlijke motivatie, loopt grotere kans op een ongeluk.

Wat ze dan wel drijft? ‘Ik kan niet zonder dat gevoel dat ik heb als ik vlieg’, zegt er één. ‘Het [vliegen] brengt me in het moment’, zegt een ander, het is spelen, ’en dat vergeten volwassenen zo vaak, hoe belangrijk spelen is. Als ik spring, word ik een beetje kind, ik maak geluidjes, ik giechel, ik lach.’

Het innerlijke beest

Dat neemt niet weg dat wingsuitvliegers tijdens de vlucht extreem gefocust moeten zijn. Het cliché dat je ‘in het moment’ moet leven, is voor extreme sporters een kwestie van leven en dood. Adrenaline is dan niet wat je wilt, vertellen ze Brymer. Ze zorgen dat ze ‘zen’ zijn, bijvoorbeeld door middel van ademhalingsoefeningen.

Ook essentieel is wat een van hen ‘het temmen van het innerlijke beest’ noemt. Dat ‘beest’ wil harder, scherper, dichterbij de boomtoppen. ‘Ik probeer nooit over mijn grenzen te gaan’, legt een vlieger uit. ‘Voor mijn veiligheid probeer ik het op maximaal vijftig tot zeventig procent te doen, en nooit honderd.’

De Jungfrau in Zwitserland, de berg waar de vliegers vanaf sprongen.

De grenzen van je kunnen

‘Het is ontzettend veel werk,zeggen ook de vliegers uit het filmpje. ‘Je hebt skills nodig, en focus’. Ook dat is volgens Brymer een terugkerend thema: het belang van technische beheersing, van jarenlang trainen. En, belangrijk: van het kennen van de grenzen van je eigen kunnen.

Een van die technische vaardigheden is het lezen van de omgeving. ‘[Ik kijk] of er wolken zijn, ik kijk naar de bomen, of er wind is, of er vogels vliegen en waar, en hoe die vliegen, omdat ik daar uit op kan maken of er thermiek is, of een stevige bries. Dat heeft allemaal gevolgen voor me tijdens de sprong,’ vertelt een van de vliegers aan Brymer. Soms beslissen vliegers niet te springen omdat ze geen goed gevoel hebben bij wat ze zien, ook al hebben ze urenlang moeten klimmen naar de take-off.

Je ego thuislaten

Proximity wingsuitvliegen is geen egotrip, je moet er je ego juist voor thuis laten, concludeert Brymer. Het is natuurlijk maar de vraag of zijn conclusies, gebaseerd op slechts zes interviews, gegeneraliseerd kunnen worden. Maar het zet in ieder geval de nodige vraagtekens bij de generalisaties die het huidige beeld van extreme sporters domineren.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).

NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap

Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co

Ster advertentie
Ster advertentie