Onderzoek: Tourrenners rijden langzamer met een motor in de buurt

Blocken bestudeert sinds enkele jaren de effecten van luchtweerstand op de prestaties van wielrenners. Uit eerdere resultaten van Blocken’s onderzoek bleek al dat motorrijders en auto’s die achter een wielrenner rijden ervoor zorgen dat de renner minder luchtweerstand krijgt. Iemand met een voertuig achter zich kan zo sneller rijden dan zijn tegenstanders, of extra tijdswinst krijgen in een tijdrit.

Foto Bert Blocken

Verrassend genoeg zijn de motoren nog meer spelbrekers dan auto’s, want motoren kunnen doorgaans dichterbij de wielrenner rijden. Zo kan de wielrenner tot 9 procent minder luchtweerstand te verwerken krijgen wanneer een motor achter hem rijdt.

Luchtweerstand 16 procent hoger

Uit de nieuwste bevindingen van Blocken blijkt nu dat wanneer dezelfde motor naast de wielrenner rijdt, dit opeens in het nadeel van de wielrenner begint te spelen. En niet zo’n klein beetje: de luchtweerstand zou voor de wielrenner maar liefst 16 procent hoger worden, als de motor op een afstand van 1,3 meter rijdt. Rijdt de motor nog dichterbij, dan kan het effect zelfs nog groter worden.

Dat er in echte wielerwedstrijden op deze manier oneerlijke competitie ontstaat, is vrijwel zeker. Terwijl de afstandsregel volgens Blocken eigenlijk dertig meter zou moeten zijn, houden motorrijders zich momenteel regelmatig niet eens aan de tien meter afstand die ze nu van de internationale wielerunie UCI opgelegd krijgen.

NPO Radio 1 stuurde een verslaggever naar het lab om te kijken naar de windtunnel en de computersimulaties die Blocken voor zijn onderzoek gebruikt. De reportage is te beluisteren tussen 16.45 en 17.00 uur.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.