Opinie & Commentaar
AVROTROS

Black history

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Black history

Het is februari en dat is in de USA en Canada 'Black History Month', een tijd dat je (als je er oog en oor voor hebt) op allerlei manieren de geschiedenis van de Afrikaanse Amerikaan tot je kan nemen. Meer dan in de rest van het jaar, cynisch gesteld.

Dat gaat van speeches van zwarte prominenten tot het dragen van T-shirts met pakkende teksten, van polemieken in kranten tot speciaal geschreven rap-songs, gedichten en oneliners. Op scholen en universiteiten wordt meer ingegaan op de geschiedenis van de zwarte medemens en acteur Morgan Freeman heeft luidkeels gesteld: "Ik heb niets met Black History Month, Black History is een onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis. Van 1 januari tot en met 31 december en steeds weer."

De Amerikaanse sportwereld houdt zich er ook mee bezig, met de basketbal-tak als meest actieve kern en heel speciaal spelers, coaches en personeel van de NBA (National Basketball Association). Wellicht is het goed te weten dat iets meer dan 80 procent van alle NBA-spelers zwart is, een percentage dat veel hoger ligt dan bij honkbal (21 procent), American football (65 procent) en ijshockey (5 procent). Ik heb het hier dus over de vier grote Noord-Amerikaanse sporten. Vergeet ook niet dat in 1961 pas golf opengesteld werd voor deelname van de gekleurde medemens. De georganiseerde golfsport streepte toen voor het eerst de regel 'caucasians only' (alleen voor blanken) door. Dat is dus nog geen zestig jaar geleden.

'Een schande'

In 1968, in Mexico, stonden de heren Tommie Smith en John Carlos met zwart gehandschoende vuisten in de lucht gestoken naar het Amerikaanse volkslied te luisteren. Het was een gebaar van protest en de reactie was dat de sprinters direct geschorst werden en met pek en veren besmeurd naar huis moesten; zij waren, zo heette het toen, een schande voor de natie. Dat is dus vijftig jaar geleden.

Dat was mede de reden voor de Golden State Warriors om afgelopen week Tommie Smith uit te nodigen bij een thuiswedstrijd. De nu 74-jarige man werd voorgesteld aan en ruim toegeklapt door de 20.000 aanwezigen, kreeg een shirt met nummer 68 en zijn naam op de rug en kwam bij de spelers van de Warriors in de kleedkamer om hen voor de wedstrijd toe te spreken.

De Warriors hadden Smith binnengehaald als held. Vijftig jaar geleden werd hij afgeschilderd als een revolutionair. Zijn schorsing duurde niet lang, maar hij werd door de heersende klasse in Amerika tot 'outcast' gemaakt. Hij deugde niet en kon nergens vrij en blij leven, studeren of werken. Eerst speelde hij nog drie seizoenen American football waarna hij ging studeren aan Oberlin College en een gezaghebbende sportsocioloog werd. Pas aan het eind der jaren negentig werd duidelijk dat de georganiseerde (blanke) sportwereld hem volkomen onterecht bejegend had. Het discriminatoire karakter van de behandeling die Smith kreeg werd voorzichtig weggepoetst. Of het niet bestaan had.

Datzelfde gold voor John Carlos. Hij werd in 2015 door de coach van de San Antonio Spurs, Gregg Popovich, gevraagd eens een middag langs te komen en in een verhaal dat meer dan twee uur duurde de basketballers van de Spurs duidelijk te maken hoe het was als zwarte 'outcast' te moeten leven na zijn Mexicaanse optreden. De spelers van de Spurs hingen aan de lippen van Carlos, een man die als 'socialist' te boek stond, die ook nog even American football speelde en die later atletiektrainer in Florida werd.

Kaepernick

Heden ten dage staan mensen voor hem op en klappen hem toe als hij bij sportwedstrijden verschijnt. Het lijkt erop dat Smith en Carlos pas nu geaccepteerd worden als topatleten die in 1968 protesteerden voor hun 'goede zaak'. Weliswaar vijftig jaar te laat, maar er is een kentering in het accepteren van deze voorlopers van Colin Kaepernick.

Die naam zegt u niets? Hij is de footballspeler die niet lang geleden knielde bij het aanhoren van het Amerikaanse volkslied en snel en wreed tot publieke vijand van de USA werd verklaard door velen. Hij verloor zijn baan, werd door de president van zijn land belachelijk gemaakt ("Ontsla die klootzak"), maar hij boog niet voor giftige aanvallen in vooral de sociale media en relachtige situaties toen hij zijn laatste wedstrijden in de NFL speelde en oproerpolitie in Buffalo blanke heethoofden die het (fysiek) op Kaepernick voorzien hadden, moesten kalmeren en arresteren.

Deze week, na een wedstrijd van zijn Spurs nam Gregg Popovich (Servische vader en Kroatische moeder) het woord tijdens een persconferentie. In plaats van het over de gespeelde wedstrijd te hebben, topscorers te roemen of over scheidsrechters te praten, zwengelde hij een gesprek aan dat over Tommie Smith, John Carlos en Colin Kaepernick ging.

Letterlijk: "Colin Kaepernick moeten wij dankbaar zijn voor zijn moedige gedrag. Hij deed dat voor zijn 'goede zaak' die ook onze 'goede zaak' is en wordt daar, in dit land, nog steeds voor verketterd en heeft geen baan meer." Waarna hij een geschiedenisles aan de aanwezige journalisten gaf en hen vertelde dat hij hoopte dat Kaepernick eenzelfde geschiedenis zou meemaken als Smith en Carlos, maar dan wel in versneld tempo. Dat betekende dat de boosdoeners van toen, door het grote publiek, na heel lang wachten, toch geaccepteerd waren in hun grootheid naar voren te stappen, waar anderen dat niet durfden en deden.

Stilte

Popovich (een fervent tegenstander van Donald Trump) noemde man en paard en hield de aanwezigen een spiegel van Amerika voor. Dat was zijn bijdrage aan de Black History Month. In stilte schuifelden de journalisten de perszaal uit. Was het de stilte van schaamte? Van onmacht? Van onwetendheid? Van boosheid?

Om verder over deze Black History Month na te denken, schenk ik de lezer een frase uit een gedicht van een van de grondleggers van deze beweging, schrijver/dichter en Harlem Renaissance-lid Langston Hughes (1901-1967):

The night is beautiful

So are the faces of my people

The stars are beautiful

So are the eyes of my people

Beautiful, also, is the sun

Beautiful, also, are the souls of my people

Tot slot nog deze verbijsterende strofe. Niet alleen Tommie Smith en John Carlos kregen een schorsing na Mexico 1968 aan hun broek. Ook de derde man op het podium, de blanke Australiër Peter Norman, kreeg bij thuiskomst te horen dat hij per direct geschorst was. Hij had een badge gedragen van de organisatie die 'Olympic Project for Human Rights' heette. De Australische bond zorgde ervoor dat deze 'heuler met de zwarte Amerikanen' niet naar de Olympische Spelen van 1972 in München mocht gaan.

Toen Norman in 2006 overleed was John Carlos, in Australië, de man die een prachtige speech aan het graf hield. Dat je niet zwart hoefde te zijn om voor de goede zaak te strijden. In 2018, vijftig jaar na Mexico, schonk de Australische minister van sport hem postuum de medaille en oorkonde die paste bij 'the Order of Merit'.

Te langzaam leren we en wellicht dat zo’n Black History Month daarom wel recht tot bestaan heeft, hoewel ik Morgan Freeman heel goed begrijp.

Over Mart Smeets

Mart Smeets is radio- en televisiepresentator, journalist en sportcommentator. Iedere zaterdag beschouwt hij voor EenVandaag gebeurtenissen en verhalen uit de sportweek, en zaken die daar aan verwant zijn.

Ster advertentie
Ster advertentie