Handbalsters spoelen kater weg met bronzen medaille

De Nederlandse handbalsters hebben het WK in Duitsland afgesloten met een bronzen medaille. In de troostfinale tegen Zweden gaf Oranje na rust een ruime voorsprong zomaar weg, maar de ploeg wist zich net op tijd te herpakken en won met 24-21.

De nederlaag tegen Noorwegen bleek voor rust het vertrouwen van Oranje nauwelijks te hebben aangetast.

De WK-finalist van 2015 speelde na een twijfelachtig begin (vier tijdstraffen in het eerste kwartier) een sterke eerste helft, waarin vooral Lois Abbingh en Yvette Broch met respectievelijk vijf en vier treffers een prominente rol hadden.

Daarnaast hadden de Zweedse speelsters, die in de groepsfase verrassend titelhouder Noorwegen hadden verslagen, grote moeite om keepster Tess Wester te passeren. Met een 14-8 voorsprong ging Oranje voldaan de kleedkamer in, wellicht iets te voldaan.

Het was een raadsel wat er vervolgens in de rust met het Nederlandse team gebeurde. Oranje was in de tweede helft geen schim van het zelfverzekerde en trefzekere team van de eerste helft.

De ploeg van bondscoach Helle Thomsen gaf binnen een kwartier een 16-9 voorsprong uit handen, vooral omdat er vele kansen werden gemist, en zag Zweden liefst negen keer op rij scoren.

De gefrustreerde Broch werd tot overmaat van ramp met rood weggestuurd, omdat ze haar derde tijdstraf had gekregen. Een debacle lag vervolgens op loer.

Nederland hervond daarna het ritme en vermeed onder meer dankzij twee treffers van Estavana Polman in de slotminuten een nederlaag en daarmee werd het brons alsnog veiliggesteld.