Achtergrond
NOS

65 jaar na de ramp: Ik houd nog altijd niet van zwemmen

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. 65 jaar na de ramp: Ik houd nog altijd niet van zwemmen

Het hout is gespleten en het ziet er wat verweerd uit, maar nog altijd stoft Co Tanis (77) dagelijks het poppenstoeltje af waar ze als kind mee speelde. Het houten meubeltje staat voor Co symbool voor de watersnoodramp die ze in 1953 ternauwernood overleefde.

In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 overstroomden grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Meer dan 1800 mensen kwamen om het leven, tienduizenden slachtoffers verloren hun huis en al hun bezittingen. De watersnoodramp, inmiddels 65 jaar geleden, wordt morgen op meerdere plekken in Nederland herdacht.

Gewoon naar bed

Co Tanis was 12 jaar toen ze met haar gezin op de vlucht sloeg voor het allesverwoestende water. Aanvankelijk hadden Tanis en haar ouders niet door dat er iets aan de hand was toen ze zaterdagavond thuiskwamen op hun boerderij in Battenoord op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee.

Het waaide hard maar ach, dat gebeurde wel vaker. "We waren totaal niet ongerust en gingen gewoon slapen", vertelt ze in NOS Met het Oog op Morgen.

Tussen 4.00 en 6.00 uur braken overal in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant dijken door. In sommige dorpen stond het water binnen een half uur 2 tot 3 meter hoog.

Families vluchtten hun huis uit of gingen naar zolder. Niet iedereen wist te ontkomen aan het water: alleen al in Battenoord verdronken 55 mensen.

Het gezin Tanis had meer geluk. Zij waren iets na vieren gewekt door twee buurmeisjes. "Ze zeiden dat we weg moesten omdat het water de dijk overkwam." In hun Volkswagen Kever reed het gezin naar hoger gelegen gebied. Bij oom en tante, die drie kilometer verderop woonden, zouden ze vast veilig zijn.

Huis ingezakt

"Toen we binnen waren, keek ik door het raam en zag ik een golf van water aankomen. Eerst vluchtten we naar zolder, maar toen het huis verzakte zijn we weer naar beneden gegaan", herinnert Tanis zich.

Terwijl het buiten steeds lichter werd, klommen Tanis en haar familieleden binnen het aanrecht, de eettafel en de kachel op. Niemand wist hoe groot de ramp was die zich die nacht had voltrokken. "We hadden bijvoorbeeld geen flauw idee of onze boerderij er nog was."

Totdat Tanis in die woeste stroom langs het huis opeens haar poppenstoeltje voorbij zag drijven. "Die stond op de linnenkast op zolder. We konden toen maar een ding concluderen. Onze boerderij was ingestort en alles was verloren. Maar er drong ook een ander besef door. We waren er nog. We hadden het er levend vanaf gebracht."

Gered

Het gezin van Tanis werd anderhalve dag later, maandagmiddag 2 februari, gered door buurtbewoners. "Ze hadden een vlot gemaakt van olievaten waarmee ze ons naar het droge trokken."

Historicus Willem van der Ham heeft de verhalen van Co Tanis en andere overlevenden opgetekend in het boek Ooggetuigen van de watersnood 1953. "Wat mij opvalt is dat mensen tijdens de ramp steeds weer de moed bijeenraapten om anderen te helpen", zegt hij.

Trauma

Zo ook de vader van Tanis. Hij kroop weer achter het stuur van zijn Kever om mensen te redden. Niet ver van Battenoord haalde hij een echtpaar en hun moeder op. "Maar op het moment dat mijn vader wilde wegrijden, kwam opeens het water", vertelt Tanis. Hoewel haar vader zichzelf nog net op tijd in veiligheid wist te brengen, kon hij zijn passagiers niet meer redden. "Dat is altijd een trauma voor hem geweest. Hij heeft er nauwelijks over gesproken."

En Tanis? Zij houdt nog altijd niet van water. "Ik ga niet zwemmen als ik niet op de bodem kan staan."

Ster advertentie
Ster advertentie