‘Raad voor de Journalistiek laat zich voor DENK-karretje spannen’

De (onder)kop over het integriteitsonderzoek van DENK-voorzitter Özturk was volgens de Raad voor de Journalistiek (RVJ) te stellig en daarmee onjuist. Met de inhoud is overigens niets mis. Na de verhalen over het onderzoek stapte DENK naar de RVJ die concludeerde dat het artikel zorgvuldig tot stand is gekomen, maar dat op de koppen nog wel wat was af te dingen. “Het gaat puur en alleen om de koppen”, verduidelijkt Frits van Exter, voorzitter van de Raad voor de Journalistiek in het Mediaforum op NPO Radio 1.

“De RVJ laat zich voor het karretje spannen van DENK”, vindt Wouter de Winther, chef politieke redactie van De Telegraaf. “Dit voelt als een achterhoedegevecht, ik word er een beetje verdrietig van”, reageert De Winther. “Zeker nadat ik een persbericht kreeg van DENK, waarbij ze doen alsof die partij de grote winnaar is.”

'De kop is bedoeld om te prikkelen'

Ook forumlid en media-ondernemer Jan-Kees Emmer is het niet eens met de lezing van de RVJ. “Een instrument van DENK. De kop is bedoeld om te prikkelen”, vindt de voormalig adjunct-hoofdredacteur van De Telegraaf. “Daarnaast vraag ik me af of er genoeg leden in de RVJ zetelen die voldoende raakvlak hebben met de praktijk.”

Voorzitter van de Raad, Van Exter, kan zich niet vinden in die kritiek. “Bij deze zaak zitten twee journalisten, iemand die verstand heeft van recht, een docent ethiek en een leek”, reageert de voorzitter. “Je merkt dat lezers vaak afgaan op de kop en dan moet het artikel die kop wel waarmaken. Dat gebeurde onvoldoende in deze zaak.”