Opinie & Commentaar
EO

Column | Hoe sociaal zijn sociale politici?

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Column | Hoe sociaal zijn sociale politici?

Er werd deze week nogal een boekje opengedaan over de omgangsvormen binnen de Socialistische Partij van Nederland. Oud-kamerlid Sharon Gesthuizen schreef een ontroerend boek over haar eigen leven, maar hing daarbij ook behoorlijk wat vuile was buiten over hoe onbarmhartig partijgenoten met elkaar om konden gaan. Opmerkelijk voor een partij die kameraadschap hoog in het vaandel zou moeten hebben, maar dat schijnt een paradox te zijn in wel meer linkse of zogenaamd ‘sociale’ partijen.

De kritiek van Gesthuizen werd gisteren aangevuld met een open brief in het Nederlands Dagblad van oud-Tweede Kamerlid Tjitske Siderius die het beeld van een sektarische partij waarin elk tegengeluid afgebrand wordt, onderschreef. Ook andere oud-medewerkers laten in media desgevraagd weten hoe in de tijd van Jan Marijnissen en Agnes Kant personeel werd ‘uitgekafferd’ en ‘uitgewoond.’ Een ander citaat: "Jan Marijnissen heeft een persoonlijkheidsstoornis. Ik zag dat hij medewerkers in de gordijnen joeg, die daarna in huilen uitbarstten."

Maar je kan je anderzijds ook afvragen hoe sociaal het is om het asociale gedrag van je oud collega’s met wie je lief en leed hebt gedeeld, te publiceren.

Het boek van Gesthuizen verhaalt niet alleen over drammerige driftbuien van toenmalig partijleider Marijnissen, maar ook over de kift tussen haar en collega Tweede Kamerlid Renske Leijten en de ziekmakende veeleisendheid van Gesthuizens toenmalige mentor en de latere partijleider Agnes Kant met wie ze toch ook heel close was. Niet alleen Jan Marijnissen – door Gesthuizen hier en daar beschreven als een seksistische dictator – is de kwaaie pier, ook de topvrouwen in de partij maken het elkaar allemaal niet makkelijk.

Huidig SP-partijvoorzitter Ron Meyer, die Marijnissen opvolgde, doet alle kritiek op de partijcultuur vooralsnog af met: ‘We zijn nou eenmaal geen bingoclubje. We zijn direct naar elkaar omdat we het land willen veranderen.’ De hardheid wordt dus gerechtvaardigd voor de goede zaak.

Sociaal links?

Is het een kwaal van linkse partijen met ‘sociaal’ in de naam om zo hard voor elkaar te zijn? Dat het in de PvdA-fractie onder Diederik Samsom lang niet altijd even gezellig was, is ook bekend. Vier PvdA fractieleden verlieten voortijdig het nest. In 2016 zei toenmalig partijleider Samsom dat hij zijn fractie, die hij vergeleek met couveusebabies, vooral in het begin van de kabinetsperiode verwaarloosd had, een uitspraak die jaren later alleen maar meer kwaad bloed zette. En wat PvdA’ers achter elkaars ruggen over elkaar zeggen, is ook niet altijd mals… De huidige PvdA-leider Lodewijk Asscher sprak onlangs de hoop uit dat het weer wat ‘gezelliger’ in de partij mag worden…

Maar het Nederlandse drama op links is volgens mij peanuts met wat ik in 2010 meemaakte in Washington DC, toen ik een klein half jaar mocht meedraaien in het kantoor van een van de meest linkse Congresleden die Amerika toen kende: Anthony Weiner. Toen fel pleitbezorger van wat de SP hier een ‘nationaal zorgfonds’ noemt, vechter voor de middenklasse en ‘those struggling to make it there.’

Zijn ster was rijzende op een platform van sociale (en volgens Amerikanen socialistische) politiek, maar hoe Weiner zijn personeel behandelde, daar kon Jan Marijnissen nog een puntje aan zuigen. Er ging geen vergadering voorbij of er werd hoorbaar tot op de gang geschreeuwd. Er werd altijd wel iemand uitgekafferd voor werk wat gisteren gedaan had moeten zijn of de chief of staff kreeg te horen dat ze nog niet eens een fast food filiaal zou kunnen runnen. De New York Times schreef artikelen over het grote personeelsverloop in zijn kantoor, dus dat was ook allemaal geen geheim. En ook niet ongebruikelijk, wel meer Democratische delegaties dreven hun personeel tot wanhoop.

In mijn eerste week smeet de directeur communicatie al zijn telefoon kapot en knalde zijn bureaustoel tegen de muur uit pure frustratie vanwege een blijkbaar onwelgevallig mailtje van de baas. Waar ben ik beland dacht ik. Wat voor een baas heeft zo’n effect op zijn personeel? Gek genoeg had ik toch een fantastische tijd.

Ik werd betaald uit een beurs, dus werkte gratis, en ik kreeg dus nooit de wind van voren. Maar mijn collega’s die zich een slag in de rondte werkte, soms met een tweede baantje ernaast omdat Washington zo duur is, hadden het zwaar. Maar we hadden ook een hoop lol. Zij geloofden wel echt in de idealen van hun baas en wilden er ook hard voor gaan. En ook al werden ze knettergek van een politicus waarvan later bleek dat hij ook écht een persoonlijkheidsstoornis had, ergens hielden ze wel van hún Congreslid dat hun idealen voor het voetlicht bracht.

Maar waarom je als sociaal politicus je personeel of je naaste collega zo asociaal kan behandelen, openlijk dan wel achter de rug om, blijft me een raadsel. Een beter milieu begint bij jezelf, zou je toch zeggen.

Bertine Moenaff is politiek redacteur bij Dit is de Dag

Ster advertentie
Ster advertentie