Onderzoek

Schoolreisje naar Srebrenica

foto: Reporter Radio / Astrid Cornelissefoto: Reporter Radio / Astrid Cornelisse
  1. Nieuwschevron right
  2. Schoolreisje naar Srebrenica

[KRO-NCRV] "Ik heb een beetje een nerveus gevoel", zegt Casper uit havo 5 terwijl hij over de compound in Potocari loopt. Het voormalig hoofdkwartier van Dutchbat, de plek waar in juli 1995 duizenden vrouwen en kinderen hun toevlucht zochten tijdens de val van Srebrenica. Leerlingen uit 4 en 5 havo van scholengemeenschap Lek en Linge in Culemborg waren in de herfstvakantie in Bosnië-Herzegovina onder begeleiding van drie docenten geschiedenis en maatschappijleer. Dit in het kader van hun profielwerkstuk, een onderdeel van hun eindexamen. Verslaggevers Sander Bartling en Astrid Cornelisse van Reporter Radio gingen met hen mee.

Dag 1: kogelgaten

De reis begint in Mostar, in het zuiden van Bosnië. Wat meteen opvalt zijn de vele kogelgaten in de muren en de geraamtes van kapot geschoten gebouwen. "Die kogelgaten gaan we de hele reis zien", legt docente Anne van Luijtelaar uit. In heel Bosnië is de oorlog en genocide nog zichtbaar en tastbaar. Huizen worden laag voor laag herbouwd, eerst de begane grond als er wat geld voor is, en dan door blijven sparen om de eerste verdieping en het dak te kunnen herstellen. Er is geen snelweg, je bent aangewezen op een provinciale weg door de bergen. Langs die weg zie je vooral in de buurt van de hoofdstad Sarajevo borden die waarschuwen voor landmijnen. Niet alleen in het landschap zie je de sporen van de oorlog terug. Ook als je Bosniërs spreekt, voel je dat de spanningen tussen Bosniërs en Serven nog altijd aanwezig zijn. Een Bosnisch meisje dat werkt in een fotografiemuseum in Mostar vertelt dat ze niet kan thuiskomen met een Servisch vriendje. "My parents would not be so happy."

Dag 2: Tito's bunker en de Tunnel of Hope

Een stapje verder terug in de geschiedenis met een excursie naar de atoombunker van de leider van voormalig Joegoslavië, Josip Tito. De rondleiding werd in een razendsnel tempo afgewerkt door een zeer strenge Bosnische vrouw. Zij kon zich niet vinden in de conclusie dat Tito een dictator was geweest en vond het duidelijk erg jammer dat Joegoslavië uiteen is gevallen. Dit ondanks de ijzeren hand en strafkampen waarmee hij regeerde. Zo werden werklui geblinddoekt in een auto gezet om vervolgens, na vier rondjes om te hebben gereden door de bergen, aan te komen op hun werk. Zij wisten wel dat zij werkten aan een geheime atoombunker, maar niet waar deze lag. De bunker werd pas ontdekt tijdens de oorlog, door Servische soldaten die vervolgens de medische voorraden plunderden.

Volgende stop was Sarajevo en de Tunnel of Hope. De belegering van de hoofdstad duurde 1395 dagen. De stad was volledig omsingeld door Servische troepen, inclusief tanks, mortieren en sluipschutters. De inwoners hadden een tekort aan alles, voedsel, medicijnen, kleding, dekens, brandstof. En het Bosnische leger had wapens nodig. De Verenigde Naties hadden het vliegveld als neutraal gebied bestempeld en dus groeven de Bosniërs een tunnel vanuit de stad, onder het vliegveld door, naar een huis in de heuvels buiten de stad.

Dag 3: bomaanslag op de markt

Vanuit het hotel in Sarajevo heb je goed zicht op de heuvels rond de stad, op de vele begraafplaatsen met hagelwitte grafstenen en op de vele godsdiensten die Sarajevo huisvest. In één oogopslag zie je een moskee, een synagoge, een Servisch orthodoxe kerk en een katholieke kathedraal. Op straat zie je nog de kraters die mortierinslagen hebben achtergelaten. Deze worden door de inwoners rood geschilderd, zodat niemand de geschiedenis vergeet. De stadswandeling van docent Erik Ex gaat richting één van de overdekte markten in Sarajevo. Op 28 augustus 1995 ontplofte hier een mortier, met 32 doden en meer dan 40 gewonden als gevolg. De leerlingen krijgen de foto te zien en gaan op zoek naar de precieze plek waar de fotograaf de slachtoffers vereeuwigde.

Dag 4: Damir vertelt

"Ik heb nog nooit zoveel angst gevoeld, en ik denk dat ik nooit meer angst zal voelen dan tijdens dat loopje van het bureau van mijn vader naar het hek." Aan het woord is Damir, als zestienjarige jongen samen met zijn twee zussen en moeder op de vlucht geslagen voor het Servische leger dat Srebrenica binnenviel. Zijn vader Rizo werkte als elektricien voor Dutchbat, dus konden zij in zijn kantoortje blijven. Totdat de Serven bij de compound in Potocari, het hoofdkwartier van Dutchbat in de enclave, kwamen. Met zijn vieren werden zij op de bus naar Tuzla gezet, maar Rizo bleef achter. Pas in 2011 werd zijn lichaam gevonden in een massagraf.

Op de compound, niets meer dan een vervallen batterijfabriek, vind je veel sporen terug van Dutchbat. Striptekeningen en blote vrouwen op de muren, oude kranten, achtergelaten camouflagenetten. Maar het meest iconisch is de graffiti die Dutchbatters op de muren hebben achtergelaten. Kritische kreten naar de VN toe, maar ook racistische uitlatingen over de Bosnische bevolking. Maar een groot deel is inmiddels verdwenen achter wit pleisterwerk. De compound wordt namelijk verbouwd tot een herdenkingsmonument. Docenten Jop van der Kuil en Erik Ex waren drie jaar geleden op dezelfde plek toen de graffiti nog wel intact was. "We hadden het tegeltje eruit moeten tikken en mee moeten nemen naar huis."

Dag 5: rustdag

Na alle heftige indrukken van de afgelopen dagen trekken de leerlingen en docenten de heuvels rond Srebrenica in om te wandelen. Een moment om alle gedachten en gesprekken een plek te kunnen geven. En om te genieten van het prachtige Bosnische landschap. Maar de geschiedenis is in Bosnië nooit ver weg. Dit zijn namelijk de bergen waar Bosnische jongens en mannen naartoe vluchten toen de Serven Srebrenica binnen vielen. Te voet probeerden zij Tuzla te bereiken. Een aantal is het gelukt, zoals de man die rondleidingen verzorgt op de compound. Maar velen van hen zijn gestorven in de heuvels en nog steeds zijn niet alle lichamen gevonden.

Dag 6: bodybags

De reis eindigt in het ICMP in Tuzla. De 'International Commission on Missing Persons' heeft een centrum ingericht waar wordt gewerkt aan de vondst en identificatie van alle slachtoffers van de genocide in Srebrenica. De genocide kostte aan 8372 Bosniërs het leven. Hun lichamen worden teruggevonden in de heuvels en in vijf massagraven rondom Srebrenica en omliggende dorpen. Scholier Sarah vindt het archief - bij gebrek aan een beter woord - indrukwekkend. Bijna iedereen reageert met "wat veel!". "Het zijn kasten vol van vijf, zes meter hoog, en dat zijn allemaal mensen."

Om 19.00 uur in Reporter Radio op NPO Radio 1 vertellen leerlingen Sarah, Lisa, Darrell, Lisa en docenten Erik en Jop over de reis.

Ster advertentie
Ster advertentie