Pokémon Go: de grootste rage van 2016

Er is weinig vaardigheid vereist om het mobielspel Pokémon Go te spelen. Het enige wat je hoeft te doen is de deur uit te gaan en af en toe, wanneer er een Pokémon op de kaart verschijnt, met je vinger te swipen om hem te vangen. De eenvoudige spelregels maakten dat mensen van alle leeftijden en achtergronden het spel konden spelen. Maar dat het zo’n groot succes werd kwam natuurlijk vanwege het Pokémon-merk.

Nostalgie Go

“Toen ik hoorde dat dit spel eraan kwam dacht ik direct: ik wil dit wel spelen”, zei techjournalist bij BNR Kees Dorresteijn gisteren in Het geluid van 2016 . “Het is gewoon nostalgie. Ik denk dat het het zo goed deed omdat vrijwel iedereen onder de veertig Pokémon wel een beetje heeft meegekregen of gespeeld in z’n jeugd. Dan had je toch altijd het idee: ik wil er ook een vangen, wat als dat kon? En nu kregen we het antwoord. Je kunt zelf gewoon de straat op met je smartphone.”

De combinatie van nostalgie, laagdrempeligheid en het lekkere wandelweer maakten Pokémon Go tot een gigantisch succes. In de eerst drie weken na de lancering in juli werd het spel 50 miljoen keer gedownload en in augustus was dat aantal verdubbeld.

Niantic, de ontwikkelaar van Pokémon Go, vergaarde in korte tijd een klein fortuin. Het spel is gratis te downloaden, maar er zitten wel zogeheten in-app purchases in. Je kunt bijvoorbeeld met echt geld Pokéballs kopen die je nodig hebt om de Pokémon die je tegenkomt in te vangen, of een lure module: een soort lokaas die de beestjes die bij je in de buurt zijn naar jouw locatie lokken.

Hoewel die aankopen de speler helpen om sneller een hogere level te bereiken zijn ze niet noodzakelijk. Je krijgt namelijk gratis Pokéballs en andere items door Pokéstops te bezoeken. Pokéstops zijn locaties die door de gps van je telefoon als bezienswaardigheden worden gezien. Het kan van alles zijn: een standbeeld, een museum, een kerk of zelfs een beschilderd elektriciteitskastje.

Pokémon-hoofdstad

De spelers van Pokémon Go waren positief: ouders deelden eindelijk een hobby met hun kinderen, mensen leerden hun stad beter kennen, er werden nieuwe vrienden gemaakt, sommige spelers vielen door het vele wandelen kilo’s af. Maar er ging ook veel mis. Voor niet-spelers zorgde de rage voor veel overlast.

De wijk Kijkduin in Den Haag werd de Pokémon-hoofdstad van Nederland genoemd. Er verschenen daar opmerkelijk veel zeldzame Pokémon en zodra dit nieuws de ronde deed werd het gebied overspoeld. De honderden mensen die er elke dag rondhingen zouden te veel lawaai maken en troep achterlaten. Het werd zo erg dat de Gemeente Den Haag een kort geding aanspande tegen spelletjesmaker Niantic. Ook zouden er door het hele land ongelukken gebeuren omdat Pokémon op straten en treinsporen verschenen.

“Ik denk dat het overdreven is”, zei tech-redacteur van nu.nl Floris Poort in Het geluid van 2016. “Ik denk wel dat het gebeurde, vooral in Kijkduin, maar ik kan me niet voorstellen dat tienduizenden mensen het spoor op zijn gelopen. In een hype is het leuk om dat soort dingen te melden. Ik denk niet dat er grote maatschappelijke onrust was, al met al.”

Gekelderd

Sinds de hoogtijdagen van Pokémon Go is het spelersaantal flink gekelderd, nog maar 20% van de originele spelers jaagt nog dagelijks op de wezentjes. “Het is klaar”, zei Dorresteijn. “Het volgde typisch het patroon van een hype, de eerste weken ging het goed.”

Volgens Floris Poort is het ook deels aan ontwikkelaar Niantic te wijten dat het aantal spelers achteruit is gegaan: “De ontwikkelaar is niet snel genoeg geweest met het toevoegen van leuke dingen om te doen. De eerste weken was het leuk maar je racet snel door alle mogelijkheden van zo’n game heen.”

Het werd natuurlijk ook steeds kouder buiten, en het go-gedeelte van Pokemon Go werd minder aantrekkelijk. Intussen blijft Niantic voor de loyale fans slijpen aan het spel. Volgend voorjaar zit het waarschijnlijk bomvol nieuwe Pokémon en nieuwe dingen om te doen. Koop alvast een powerbank.